|
||||||||
Ik ben zo vrij er van uit te gaan, dat de naam van Pedro Burruezo in onze contreien niet erg veel belletjes doet rinkelen. Ik kende ‘m ook niet, durf ik toegeven, maar ik moet er meteen aan toevoegen dat ik dat, na dagenlang geluisterd te hebben naar deze “Al Andaluz”-plaat, bijzonder jammer moet vinden. Muzikant, essayist en ecologist Burruezo is al bijna veertig jaar actief in muziek en ecologie en heeft ind e loop van die jaren een meer dan behoorlijk uitgebreid oeuvre bijeengeschreven en -gespeeld. In de jaren ’80 en ’90 van vorige eeuw was dat in de (mestizo)-rock met de groep Claustrofobia, later, na een pauze van meerdere jaren, ging hij wat we vandaag “wereldmuziek” noemen maken, met ensembles als Bohemia Camerata, Claustrofóbica Camerata, Medievalia Camerata en dus tegenwoordig met Nur Camerata. Met dit laatste ensemble maakte hij twee jaar geleden al een halve plaat “Dervishes & Troubadours”, waarop de tweede helft volgespeeld werd door de Medievalia Camerata. Deze nieuwe plaat focust helemaal op de muziek van het Middeleeuws Andalusië en je hoort dus net zo goed passages, die recht uit de flamencotraditie komen, als door percussie gedreven chants, waarbij je geen enkele moeite moet doen om je een Sufi-optocht of ritueel voor te stellen. Daar blijft het echter niet bij: je krijgt ook pure pop te horen, Perzische klaagzang en Sefardische weemoed-op-muziek. Bij een project als dit, is het principe van “de reis” doorheen de verschillende genres en stijlen belangrijker dan het stilstaan bij de onderdelen op zich en dat maakt de beluistering van deze plaat zo’n bijzondere gebeurtenis. Burruezo en de zijnen slagen erin je te laten aanvoelen dat het leven een aaneenrijging is van belevenissen, indrukken, ervaringen, dromen….en dat het ene het andere meebrengt en er noodzakelijkerwijs aan voorafgaat. Je leven van deze éné, bepaalde millisconde, kan er pas echt komen, doordat je alles wat er aan voorafgaat al meegemaakt hebt en zeker in een smeltkroesomgeving als Andalusië is het belangrijk je te realiseren hoe belangrijk al die invloeden zijn. Dat levert hier een dikke vijftig minuten van de heerlijkste muziek op, waarin de invloeden niet de minste moeite doen om elkaar niet voor de voeten te lopen: in zo’n regio krioelt dat allemaal door elkaar en het is ook goed zo en het sterke van de plaat zit hem hierin, dat Burruezo weliswaar gebruik maakt van bepaalde “klassieke” invalshoeken en dat hij af en toe een lijntje of fragmentje leent van een bestaand lied, maar dar dan verder mee aan de slag gaat vanuit een heel hedendaagse aanpak. Naast de stem van Burruezo is er plaats voor gitaar, oud, luit, viool, cello, qanun en een schier eindeloze rist van percussie-instrumenten die de luisteraar begeleiden op een spirituele, diep-doorleefde reis, die je zelfs kunt maken zonder dat je de teksten begrijpt, die gezongen worden: zonder daar veel moeite voor te hoeven doen, kun je je laten meevoeren op een tocht, die diepe indruk op je maakt. Enig nadeel: dit opus smeekt er om in één keer uitgeluisterd te worden, al mocht ik ondervinden dat dongen als “Fermosa e Donzeyva” of het heel toegankelijke “La Tarara se fue a Istambul” ook op zich kunnen staan. Heerlijke plaat ! (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||